Jijzelf noemt het geen bedtouwladder maar een trapladder, nietwaar?
“Ja, mijn revalidatiearts sprak over een trapladder. Het is een hulpmiddel om mee rechtop te gaan zitten in bed. De ladder ligt rechts naast me in bed. Dan kan ik me met mijn rechterhand optrekken om ’s nachts uit een aanval te komen. In mijn linkerarm heb ik helaas weinig kracht meer.”
Heb je vaak het gevoel dat je bijna stikt?
“Ja, ik produceer veel te veel speeksel. Ik heb daar nu tabletten voor, dus het is een stuk minder. Ook ’s nachts. Maar in het begin was het zo erg dat ik wel 3 keer per nacht rechtop moest gaan zitten. Het voelt echt alsof je stikt. Nu is het gelukkig meestal maar één keer.”
Je bent de bedtouwladder dus op het spoor gekomen via je revalidatiearts?
“Ja, die zei: ‘Luister, ik ken jou, jij wilt niet een papegaai in je slaapkamer aan het plafond. Waarom neem je niet een trapladder om met je hoofd een stukje omhoog te komen als je ’s nachts een aanval hebt.’ Toen hij dat zei, dacht ik: Huh, een trapladder? Die hangt toch zeker ook aan het plafond! Ik keek hem aan of ik water zag branden.”
En toen?
“Hij bleek er een te hebben liggen. Die liet hij me zien en toen zag ik wat hij bedoelde. Het bleek een soort touwladder met 4 stevige plastic staafjes (handgrepen, red.) te zijn. De uiteinden van de touwen maak je met een lus vast aan het voeteneinde van je bed. En dan leg je de ladder op – of in mijn geval onder – het dekbed, zodat je je aan de sporten makkelijk omhoog kunt trekken.”
Je hebt de trapladder meteen mee naar huis genomen, neem ik aan.
“Hij was van een andere patiënt, die hem de dag erna zou komen halen, dus dat ging niet. Maar volgens mijn arts kon ik het hulpmiddel bij de revalidatiewinkel om de hoek krijgen. Daar bleken ze het artikel niet te hebben. Ik ben doorgereden naar de gehandicaptenwinkel in de stad om er een te kopen.”